|
Stuur: Neem het voorwiel tussen je benen en probeer het stuur te draaien terwijl je het wiel tegenhoudt. Als dat niet lukt is het goed en maak je het rondje dicht onder in orde. Als het wel lukt, kijk dan welke moeren/bouten vastgedraaid moeten worden. Bel: Doet je bel het goed? Maak het rondje dicht onder in orde. Handvaten: Trek de handvaten naar je toe als je op je fiets zit. Gaan ze er niet af? Maak dan het rondje dicht onder in orde. |
|
Rem(men): Bij trommelremmen of een achteruittraprem heb je geen remblokjes. |
|
Voorband: Is de band goed opgepompt? Heeft de band voldoende profiel? Maak dan het rondje dicht onder in orde. Spaken: Zitten alle spaken vast en mist er niet één? Maak dan het rondje dicht onder in orde. |
|
Trappers: Hebben de trappers voldoende ribbels, zijn ze niet glad en zijn ze verder onbeschadigd? Maak dan het rondje dicht onder in orde. Zadel (vast): Kan het zadel niet draaien of wiebelen? Maak dan het rondje dicht onder in orde. Zadelhoogte: Kun je als je op je zadel zit met tenminste één voet bij de grond zonder om te vallen? Maak dan het rondje dicht onder in orde. Ketting: Beweeg met een trapper de ketting. Als die goed zit, niet te strak en niet te slap, maak dan het rondje dicht onder in orde. |
|
Achterreflector: Achterop je fiets hoort een rood reflecterend plaatje te zitten. Reflectoren aan de wielen: Op de velg of op de band is rondom een reflecterende streep te zien, meestal wit. Als je die niet hebt, kun je losse reflectoren tussen de spaken zetten. Reflectoren in de trappers: Aan de voor- en achterkant van de trapper moet een gele reflector zitten. |
|
Koplamp, achterlicht (geldt alleen bij slecht zicht en in het donker Dynamo en bedrading of batterijen die het doen Witte voorreflector (is niet verplicht, maar zit vaak in een koplamp) |
Als de punten A, B, C, D, E allemaal OK zijn dan mag er een sticker op de fiets. |